Koester je moerstaal
Koester je moerstaal
Vroeger kon je je goed verstaanbaar maken in het Reusels. Je praatte je eigen dialect en iemand van de Hoef verstond elke persoon van de grens. En woonde je op de Kattenbos dan praatte je geen vreemde taal voor die van de Sleutel. Er waren wel verschillen. Maar die maakten, dat elk dialect uniek was. Immers de Heikant was dichter bij de grens dan de Molenberg. Daar kreeg je volgens mij die verschillen mee. Maar tegenwoordig moet en zal iedereen Engels kennen en spreken. Ik zag vorige week de Duitstalige winnaar van een skiafdaling die de pers te woord stond in het Engels. Dat klinkt echt niet. Een echte Oostenrijker praat in het Duits dat dan een beetje vervormd is doordat hij in Oostenrijk woont. Als je dan het echte platte Oostenrijks hoort dan voel ik al weer een beetje vakantie. Want zo praatte de pensionhoudster van ons winterappartement ook. Gewoon Duits met een Oostenrijkse tongval. Ik kan daar gewoon van genieten. Ik vrees dat dat saaie en knauwerige Engels alle andere talen gaat verdringen als we niet goed opletten. Maar gelukkig hebben we nog Fransen in Europa wonen. Die laten zich niet zo maar verdringen door het Engels. Die zijn eigenwijs genoeg om vast te houden aan hun moedertaal. Ik zou willen dat wij als Nederlanders in het algemeen en Reuselnaren in het bijzonder ook zo eigengereid zouden moeten zijn als het gaat om ons dialect. We moeten niet allemaal ons grote goed, dat is dus onze prachtige taal, zo maar te grabbel gooien. Immers Wim van Gompel heeft niet voor niets dikke boeken geschreven over ons dialect. Die zouden eigenlijk gewoon verplichte literatuur moeten zijn. In Reusel.
0
beoordelingen